Dankbaarheid

Opnieuw was het een bijzonder jaar: al was het misschien niet zo turbulent als 2020, toch heb ik 2021 soms erg heftig gevonden. Mandy en ik houden ervan om aan het einde van het jaar samen te reflecteren: wat ging er goed, wat ging er niet zo goed en wat heb je ervan geleerd? Ik kwam erachter dat mijn grootste les van dit jaar is dat je jezelf moet kunnen toestaan je slecht te voelen. Het is misschien niet fijn, maar het is iets waar je doorheen moet en er is ook altijd weer een nieuwe fase daarna. Ook realiseerde ik dat het zonde zou zijn om dit moeilijke jaar naar de vergetelheid te wensen, want er is zoveel gebeurd om trots op te zijn, met name op voedselbos-gebied! Graag neem ik jullie daarom mee in een terugblik op alle mooie voedselbos-ontwikkelingen van dit jaar.

Leren ontwerpen 

Allereerst was er de inschrijving van Voedselbospad als onderneming bij de KvK op 28 januari. Dat deden we met de vooruitziende blik dat we op termijn misschien wel voedselbos-diensten konden gaan aanbieden. Dat is mooi van pas gekomen, maar daarover straks meer! Vervolgens was er de voedselbos-ontwerpcursus van Voedsel uit het Bos waar ik in mei mee begon. Het was zo fantastisch om met een groep enthousiaste gelijkgestemden een aantal weken helemaal te worden ondergedompeld in de wereld van voedselbossen en te werken aan onze eigen ontwerpen. Het is enorm hoopgevend om te zien hoe snel dit fenomeen aan het groeien is in Nederland en dat educatie op dit gebied steeds professioneler wordt aangepakt. Omdat Mandy en ik zijn aangesloten bij de werkgroep voor het voedselbos van Ons Dorpje Overeind in Schalkwijk, wat ongeveer 3000m² groot gaat worden, heb ik dit als casus genomen. In Adobe Illustrator heb ik toen een eerste ontwerp gemaakt waarin de hagen, verschillende thematische zones, de poel, de paden en zoveel mogelijk uitgewerkte beplanting is opgenomen, zie foto 1 hieronder. Dat was uitdagend en erg veel werk, maar wel heel leuk om te doen. Mijn ontwerp heb ik in de zomer toen ook gepresenteerd aan de bewoners en daar waren ze zo enthousiast over dat ik sindsdien onder begeleiding van de ervaren ontwerper Evelyn Derksen van Plantschap verder ben blijven werken aan deze basis. Voor mij is dit een super leerzame ervaring. In het najaar hebben we ons onder andere bezig gehouden met het bedenken en ontwerpen van de poel- en slootprofielen (hoe diep? waar? welke hellinggraad moeten de overs hebben?) en het uitrekenen van de kubieke meters grond die daar verzet gaan worden (foto2). Dat zal overigens ruim 300m³ zijn! Met die grond maken we dan weer ophogingen die een speelse variatie in het landschap brengen. Ook kunnen we daar de diepwortelende bomen, zoals walnoot, veilig stellen voor het hoge grondwater in de polder. Dit grondwerk is de laatste keer dat we het bodemleven geweld aan doen en daarna kan het herstel echt beginnen. We wachten dus ook met het planten van bomen en struiken tot dit gebeurd is.

Foto 1. Het eerste proefontwerp van het Voedselbos in Schalkwijk, door Mischa.
Foto 2. Een basiskaart van het grondwerk dat in Schalkwijk gaat plaatsvinden.

Omhagingen

Ondertussen heb ik samen met Evelyn al wel een ontwerp gemaakt voor de omhagingen (zie foto 3): die planten we namelijk als eerste aan. Ik vind het zeer aan te raden om de aanplant van een voedselbos over een aantal jaar te spreiden. Als je te gehaast aan het werk gaat, zul je merken dat veel van het (kostbare) plantgoed niet/slecht aanslaat omdat ze zich nog niet thuis voelen in de omstandigheden waar je ze in plaatst. Vervolgens hebben die bomen en struiken meer hulp van jou nodig om in leven te blijven (water geven, bijmesten, ziekten bestrijden). Door te snel te willen gaan, zadel je jezelf dus op met meer werk en dat is natuurlijk juist wat je niet wil. Het mooie aan een voedselbos is namelijk dat het een semi-zelfstandig ecosysteem kan zijn. Het voornaamste uitgangspunt bij de soortenselectie voor de hagen was dat het robuuste pioniers zijn die makkelijk tegen weer en wind kunnen, dat ze snoei verdragen en dat ze inheems en ecologisch waardevol zijn. We zijn uitgekomen op zwarte els (vanwege de stikstofbindende eigenschappen), wilg (snelle groeier), meidoorn (vormt dichte barrière en is fantastisch voor vogels) en winterlinde (eetbaar blad en ‘pompt’ veel mineralen uit dieper liggende grondlagen). Samen moeten ze een dichte haag vormen die windluwte creëert, het bodemleven stimuleert en het algehele microklimaat verbetert waarin de meer kwetsbare soorten vervolgens succesvol kunnen opgroeien. 

Hoogstamboomgaard

De lange strook weiland naast de bebouwing moet van de provincie een ‘open zichtlijn’ houden vanaf de weg en kan dus (nog) niet als voedselbos worden ingericht. Ondanks dat voedselbossen sinds 2019 hun eigen gewascode hebben (1940), is het nog een relatief nieuw fenomeen dat gemeenten en provincies vaak maar lastig vinden om in te passen binnen de traditionele hokjes van ruimtelijke ordening. Voor nu hebben we daarom een ontwerp gemaakt voor een boomgaard met oude fruitrassen (foto 4). Zoals je kunt zien zijn de bomen hier niet gerangschikt op soort, maar op de timing van de pluk. Op die manier is de grote verscheidenheid van vruchtdragende bomen toch een beetje overzichtelijk! Een hoogstamboomgaard past mooi in het traditionele landschappelijk karakter en kan mogelijk later nog verder worden ingevuld met andere eetbare struiken en kruiden, wanneer de tijd daar rijp voor is. Voor mij was het heel leuk om hier de soorten voor uit te zoeken omdat ik graag een knipoog wilde geven naar B&B de Appelgaard in Culemborg, waar ik lang als tuinman heb gewerkt. Daar hebben ze een ruim 100 jaar oude hoogstamboomgaard met ouderwetse appel- en perenrassen, zoals Glorie van Holland, Gravensteiner, Brederode, en notarisappel. Dat zijn soorten die je nooit in de supermarkt zult aantreffen! In de boomgaard van Ons Dorpje Overeind komen naast verschillende rassen appels en peren ook pruimen, kersen, kweepeer (geen echte peer), nashipeer (een Aziatische peer) en walnoot te staan. Ik kan niet wachten tot het grondwerk is gedaan zodat we kunnen gaan aanplanten en de ecologische klok voor dit voedselbos gaat lopen!

Foto 3. Totaaloverzicht van het perceel met omhaging en 'eetbare verwildering'.
Foto 4. Hoogstamboomgaard met o.a. appels, peren, kersen en pruimen, ingedeeld naar tijd van pluk.

Voedselbos ontwerpen in Hengelo

Naast dit ‘leerproject’ ben ik sinds september ook als zelfstandig ondernemer begonnen aan mijn eigen project: het ontwerp van een voedselbos in Hengelo. Voor een particuliere opdrachtgever ga ik daar helpen een bos van 1800m2 te realiseren, ongeveer de helft van die in Schalkwijk dus. Wie de stories op onze Instagram in de gaten houdt, heeft misschien gezien dat het grondwerk daar al heeft plaatsgevonden. In één ochtend begin december heeft een shovelmachinist in ijzingwekkend tempo het hele terrein vrijgemaakt van bijna alle coniferen die er stonden (het was tot een aantal jaar terug namelijk een coniferenkwekerij). Vervolgens heeft hij een poel uitgegraven van ongeveer 2m diep en 10m breed, precies naar mijn wensen. Het was heel mooi om te zien hoe precies hij te werk ging en welke aardlagen er allemaal tevoorschijn komen als je zo diep graaft! Zie foto 5. De helft van de gerooide bomen zijn toen op een hoop gegooid om een houtwal te creëren waarin allerlei soorten insecten en andere diertjes zich kunnen verschansen, de andere helft is versnipperd. Die snippers kunnen we vervolgens weer gebruiken om de bodem rondom nieuwe aanplant te ‘mulchen’. Mulchen wil eigenlijk zeggen: het bedekken van de grond tegen onkruid en tegen verdamping van vocht uit de bodem. Als je dat dan, zoals in dit geval, doet met organisch materiaal, voed je ook nog eens het bodemleven dat de snippers langzaam voor je afbreekt. Het bedekken van de bodem is in dit geval nog eens extra belangrijk door de locatie van het voedselbos. In het oosten van het land zit het grondwater gemiddeld een stuk dieper dan in de polders. Ook hebben we hier vaak te maken met zandgrond, wat veel minder goed vocht vasthoudt dan klei. Wanneer het voorjaar en/of de zomer dan droog en heet is, zoals de afgelopen jaren wel vaker het geval was, loopt je jonge aanplant een groot risico. Hierop probeer ik te anticiperen door a) te mulchen om verdamping tegen te gaan, b) relatief jong aan te planten en in de juiste tijd van het jaar (de winter) zodat het plantgoed de beste kans heeft om aan te slaan en c) gefaseerd aan te planten: de sterkste droogtebestendige pioniers eerst en pas later de kwetsbaardere soorten als er eenmaal een wat gunstiger bodem en microklimaat is ontstaan.

Het ‘vlekkenplan’, ofwel eerste opzet, voor het voedselbos in Hengelo heb ik inmiddels ook gemaakt (foto 6) en daarin zijn de hagensoorten al gespecificeerd omdat we die op tijd wilden bestellen. Zo’n 180 bomen en struiken voor de hagen zullen in de tweede helft van januari worden geleverd en die gaan we dan z.s.m. de grond in zetten. Dat zijn onder andere winterlinde, krentenboom, meidoorn, gagel, brem, kardinaalsmuts, kamperfoelie, maar ook duindoorn, (herfst)olijfwilg en rimpelroos. Die zouden hun mannetje wel moeten staan in dit eerste jaar, ook in een wat drogere grond. Het plan is om de rest van het terrein in te zaaien met wilde bloemen en kruiden, zodat het er al meteen mooi uitziet en dat de bodem kan worden verrijkt door alles wat er groeit en bloeit.

Ik kan vaak het idee hebben dat dingen niet snel genoeg gaan, of ben gefrustreerd dat ik niet bereik wat ik zou willen bereiken, maar terwijl ik dit zo opschrijf, voel ik me ontzettend dankbaar dat ik dit jaar al aan zoveel mooie dingen heb mogen meewerken. Ook heb ik enorm veel zin om daarmee door te gaan in het komende jaar, voornamelijk het planten en zien opgroeien van de eerste bomen! De mooiste dingen in het leven hebben tijd nodig om zich te ontwikkelen. Dat geldt voor bomen, mensen en voedselbossen, en hopelijk ook voor mijn baan 😉

Fijne jaarwisseling, lieve volgers, en proost op een groener 2022!

Foto 5
Foto 6

Deel deze blogpost:

Delen op facebook
Facebook
Delen op twitter
Twitter
Delen op linkedin
LinkedIn